inelatief

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·ela·tief
enkelvoud meervoud
naamwoord inelatief inelatieven
verkleinwoord inelatiefje inelatiefjes

Zelfstandig naamwoord

inelatief

  1. (grammatica) een naamval die voorkomt in een taal als Lezgi en die uitdrukt wat in het Nederlands gewoonlijk met het voorzetsel vanuit uitgedrukt wordt: een beweging vanuit de binnenzijde van iets anders

Gangbaarheid