ineendrongen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·een·dron·gen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
ineendringen |
ineendrongen
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van ineendringen
- ...dat wij ineendrongen.
- ...dat jullie ineendrongen.
- ...dat zij ineendrongen.
- ...dat wij ineendrongen.