industriewereld

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·dus·trie·we·reld
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord industriewereld
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de industriewereldv / m

  1. alles en iedereen die betrokken is bij de industriële productie in fabrieken
     Op een op televisie uitgezonden persconferentie trad het mogelijk minst bij elkaar passende zakenpartnerpaar ooit op. Pehr G. Gyllenhammar, baas van het kroonjuweel van de Zweedse industriewereld, Volvo. Samen met de hoofdeigenaar en baas van de kleine penicillinefabriek Fermenta bij Strângnâs.[1]
     I love IT probeert al 3 jaar dit vertekend beeld bij te stellen. We nemen jongeren mee naar de onderzoeks- en industriewereld en laten ze kennismaken met de échte IT wereld. We dagen ze uit om innovatieve technologische producten te bedenken. We confronteren hen met het feit dat IT meer is dan programmeren en dat er in deze wereled ook plaats is voor meisjes. Maar vooral: dat een IT opleiding een visitekaartje is om in praktisch elke sector aan de slag te gaan.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044645149
  2. Bronlink geraadpleegd op 6 oktober 2022 Weblink bron
    Bart Verheecke
    “Wat is er mis met het IT imago ?” (24/01/2011), De Standaard