industrialiseren

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

naamwoord van handeling
zelfstandig bijvoeglijk
industrialiseren industrialiserend
industrialisatie geïndustrialiseerd
Uitspraak
Woordafbreking
  • in·dus·tri·a·li·se·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
industrialiseren
industrialiseerde
geïndustrialiseerd
zwak -d volledig

Werkwoord

industrialiseren

  1. ergatief het veranderen van de economie door het vergroten van de nijverheid
    • Nederland is pas vrij laat geïndustrialiseerd. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen