inductoren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: inductoren (hulp, bestand)
- IPA: / ɪndʏkˈtɔrə(n) / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- in·duc·to·ren
Woordherkomst en -opbouw
- inductor met uitgang -en
Zelfstandig naamwoord
de inductoren mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord inductor
Gangbaarheid
- Het woord inductoren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.