indstillingen

Uit WikiWoordenboek

Deens

Woordafbreking
  • ·ind·stil·lin·gen
Woordherkomst en -opbouw
  • Deense zelfstandig-naamwoordsvorm met het voorvoegsel ind-
Naar frequentie 39021

Zelfstandig naamwoord

indstillingen, g

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van indstilling