indirect
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·di·rect
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | indirect | indirecter | indirectst |
verbogen | indirecte | indirectere | indirectste |
partitief | indirects | indirecters | - |
Bijvoeglijk naamwoord
indirect
- niet rechtstreeks
- ▸ Ze hadden veel aandacht en indirecte steun in de rechtse pers gekregen voor al hun streken voor de verkiezingen.[1]
Antoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord indirect staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "indirect" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044625691
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be