indikationer
Zweeds
Uitspraak
Woordafbreking
- in·di·ka·ti·o·ner
Woordherkomst en -opbouw
- Zweedse zelfstandig-naamwoordsvorm met het voorvoegsel in-
Naar frequentie | 39637 |
---|
Zelfstandig naamwoord
indikationer
- nominatief onbepaald gemeenschappelijk geslacht meervoud van indikation