indiener

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·die·ner
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord indiener indieners
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de indienerm

  1. iemand die een tekst voorlegt die officieel moet worden behandeld
    • De indiener kreeg binnen een week bericht dat het hotel zijn klacht had ontvangen. 
    • Het voorstel kan alleen worden gewijzigd door de indiener. 
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

93 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be