indicatief
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: indicatief (hulp, bestand)
- IPA: / ɪndikaˈtif / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- in·di·ca·tief
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘aantonende wijs’ voor het eerst aangetroffen in 1576 [1]
- afgeleid van indicatie met het achtervoegsel -ief
- afgeleid van het Franse indicatif of daarvoor van het Latijnse 'indicativus'
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | indicatief | indicatiever | indicatiefst |
verbogen | indicatieve | indicatievere | indicatiefste |
partitief | indicatiefs | indicatievers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
indicatief
- een aanwijzing bevattende
- Deze voorbeelden zijn indicatief voor de mening van de leerlingen, maar om een verantwoorde uitspraak te doen is uitgebreider onderzoek noodzakelijk
- een voorlopige indruk gevend
- Een indicatieve begroting liet zien dat de kosten veel te hoog gaan worden.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | indicatief | indicatieven |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
indicatief m
- (taalkunde) de vorm van het werkwoord die de werkelijkheid aangeeft
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. de vorm van het werkwoord die de werkelijkheid aangeeft
stellend | |
---|---|
onverbogen | indicatief |
verbogen | indicatieve |
Bijvoeglijk naamwoord
indicatief
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord indicatief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "indicatief" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -ief in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Taalkunde in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 97 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %