indeler
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·de·ler
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van indelen met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | indeler | indelers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de indeler m
- iemand die een groter geheel verdeelt in kleinere eenheden
- De Indeler des Vaderlands praat erover in zijn achtertuin in het groene Doorn. Bescheiden man, bedachtzaam prater. Becker (1933) is getrouwd, vader van twee dochters, opa van twee kleinzonen en zeker geen geraniumzitter maar een zeer actieve tachtiger. Hij werkt aan een ‘living document’, zoals hij benadrukt. Op de website van zijn uitgever wordt de tekst regelmatig geüpdate met nieuwe kennis zoals hij ook de benaming van zijn indelingen doorlopend actualiseert. De weinig hoopvol genaamde ‘Verloren Generatie’ bestaat gelukkig niet meer en is hij aan het vervangen door Late Babyboomers. [1]
- Hij beroept zich erop niet meer dan de indeler werkeenheden te zijn geweest: behalve commandant van het Arbeitslager was hij ook commandant van het Bahnhofkommando, en als zodanig verantwoordelijk voor de indeling van de werkkrachten. [2]
- Er is nog een reden voor de onwenselijkheid van een islamitische zuil. Een indeling van de samenleving in zuilen heeft als nadeel dat verzuiling geen klassen onderscheidt. Op die manier gaat de indeler voorbij aan het feit, dat allochtonen in Nederland wel degelijk een klasse vormen, namelijk de onderste. [3]
Gangbaarheid
- Het woord indeler staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "indeler" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
79 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Tubantia Bob van Huet 07-07-17 De man achter de generatietheorie
- ↑ NRC Bob Steinmetz 30 april 1994 Reconstructie van een kamp
- ↑ NRC Danny van den Ham 3 maart 1992 Allochtonenbeleid
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be