indeelden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·deel·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
indelen |
indeelden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van indelen
- ...dat wij indeelden.
- ...dat jullie indeelden.
- ...dat zij indeelden.
- ...dat wij indeelden.