indbyggernes

Uit WikiWoordenboek

Deens

Woordafbreking
  • ind·byg·ger·nes
Woordherkomst en -opbouw
  • Deense zelfstandig-naamwoordsvorm met het voorvoegsel ind-
Naar frequentie 197954

Zelfstandig naamwoord

indbyggernes, mv

  1. bepaalde vorm genitief meervoud van innbygger