indb.
Deens
Woordafbreking
- indb.
Woordherkomst en -opbouw
- [1]: Afkorting voor het Deense zelfstandige naamwoord indbygger
- [2]: Afkorting voor het het Deense bijvoeglijke naamwoord indbundet
Zelfstandig naamwoord
indb.
- (afkorting), (verkorting) inwoner, inwoonster
- (afkorting), (verkorting) gebonden (van boeken)
Verwijzingen
- indb. in: Det Danske Sprog- og LitteraturselskabDen Dankse Ordbog op website:ordnet.dk