incognito
Nederlands
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Italiaans, in de betekenis van ‘bijwoord: onder schuilnaam’ voor het eerst aangetroffen in 1662 [1]
- Uit het Latijn incognitus, niet gekend (in- niet + cognitus gekend)
Woordafbreking
- in·cog·ni·to
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | incognito | - |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
incognito o
- het verborgen houden van de identiteit
Bijvoeglijk naamwoord
incognito
- ongekend
- zonder herkend te kunnen worden
- onder schuilnaam
Gangbaarheid
- Het woord incognito staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "incognito" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %