incivisme

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·ci·vis·me
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Frans
enkelvoud meervoud
naamwoord incivisme
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het incivismeo

  1. met gebrek aan fatsoenlijk, burgerlijk gedrag
     De tekst van Vlaams Belanger Bart Laeremans draagt de titel 'wetsvoorstel tot uitwissing van alle gevolgen voor de toekomst van veroordelingen en sancties wegens tijdens de periode van 10 mei 1940 tot 8 mei 1945 gestelde vermeende daden van incivisme en tot oprichting van een commissie belast met de schadeloosstelling van de door de naoorlogse repressie getroffen personen of hun nabestaanden voor de ten gevolge van deze veroordelingen en sancties geleden financiële schade'.[1]
     Meer dan de helft van de bedrijven betaalt geen bedrijfsbelasting. 'Egocentrisch incivisme', luidt het ACV-oordeel.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

28 % van de Nederlanders;
57 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron
    kld
    “Primeur: Senaat neemt wetsvoorstel amnestie in overweging” (12/05/2011), De Standaard
  2. Bronlink Weblink bron “ACV haalt uit naar liberaal en rechts” (23/05/2017), De Standaard
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be