incestslachtoffer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·cest·slacht·of·fer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van incest zn en slachtoffer zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | incestslachtoffer | incestslachtoffers |
verkleinwoord | incestslachtoffertje | incestslachtoffertjes |
Zelfstandig naamwoord
het incestslachtoffer o
- slachtoffer van incest; iemand die is aangerand door een ouder of stiefouder
Gangbaarheid
- Het woord incestslachtoffer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.