incestgolf

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·cest·golf
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord incestgolf
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de incestgolfv

  1. (seksualiteit), (misdaad), (familie) plotselinge, tijdelijke toename van aandacht voor seksueel misbruik van kinderen door één van de ouders
     Hij converseerde met haar over de toegenomen criminaliteit, over de incestgolf die over het land leek te razen.[1]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044645149