in- en inwit
Uiterlijk
- Geluid: in- en inwit (hulp, bestand)
- IPA: /ˈɪn ɛn ˈɪnwɪt/
- in-·en in-·wit
- intensiverende afleiding van wit (bijvoeglijk naamwoord) met reduplicatie van in- (versterkend voorvoegsel)
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | in- en inwit | - | - |
verbogen | in- en inwitte | - | - |
in- en inwit
- uiterst wit
- Sommige mensen kunnen zo in- en inwit zijn. [1]
- Het woord 'in- en inwit' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Stevens, J. (citaat in:)"Zo vredig in de kist, dat is het mooiste..." in Nieuwsblad van het Noorden jrg. 100 nr. 121 (23 mei 1987); p. 33 kol. 1;geraadpleegd 2015-07-24