in- en inslecht

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  in- en inslecht    (hulp, bestand)
• IPA: /ˈɪn ɛn ˈɪnslɛχt/

Woordafbreking

• in-·en in-·slecht

Woordherkomst en -opbouw

• intensiverende afleiding van slecht (bijvoeglijk naamwoord) met reduplicatie van in- (versterkend voorvoegsel)

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	in- en inslecht	-	-
verbogen	in- en inslechte	-	-

Bijvoeglijk naamwoord

in- en inslecht

1. uiterst verwerpelijk, buitengewoon minderwaardig

   • Je hoort toch: dat is een in- en inslecht mens; 

Verwante begrippen

• inslecht

Gangbaarheid

• Het woord 'in- en inslecht' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.