in- en inboos
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: in- en inboos (hulp, bestand)
- IPA: /ˈɪn ɛn ˈɪnbos/
Woordafbreking
- in- en in·boos
Woordherkomst en -opbouw
- intensiverende afleiding van boos (bijvoeglijk naamwoord) met reduplicatie van in- (versterkend voorvoegsel)
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | in- en inboos | - | - |
verbogen | in- en inboze | - | - |
Bijvoeglijk naamwoord
in- en inboos
- vreselijk kwaad
- Al maakt geweld op straat me in- en inboos [1]
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'in- en inboos' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Poëzie Politiek (30 oktober 2002) op website Trouw.nl; geraadpleegd 2015-07-28