implosie

Uit WikiWoordenboek
De implosie van een oude koeltoren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • im·plo·sie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord implosie implosies
verkleinwoord implosietje implosietjes

Zelfstandig naamwoord

de implosiev

  1. (natuurkunde), (techniek) een zeer snel ineenklappen van een holle ruimte door overdruk van buitenaf, doorgaans met een knal, maar in principe zonder vuurverschijnselen.
    • Bij de oude vacuümgezogen televisiebuizen kwam een implosie wel eens voor. 
  2. (bouwkunde), (techniek) het reduceren van oude gebouwen tot een puinhoop door het opblazen van de steunende constructie-onderdelen
    • De implosie van de oude toren verliep volgens het boekje, geheel rechtstandig zakte hij in een stofwolk. 
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

92 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen