immunisatie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: immunisatie (hulp, bestand)
Woordafbreking
- im·mu·ni·sa·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van immuniseren met het achtervoegsel [[-ati[1]e]][[Categorie:Achtervoegsel -ati[1]e in het Nederlands]]
Zelfstandig naamwoord
de immunisatie v
- (medisch) opwekken van onvatbaarheid
Vertalingen
1. opwekken van onvatbaarheid
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord immunisatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.