immigratiesamenleving
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- im·mi·gra·tie·sa·men·le·ving
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van immigratie en samenleving
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | immigratiesamenleving | immigratiesamenlevingen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de immigratiesamenleving v
- samenleving met een hogere immigratie dan emigratie
Gangbaarheid
- Het woord immigratiesamenleving staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.