immigranterne
Deens
Woordafbreking
- im·mi·gran·ter·ne
Woordherkomst en -opbouw
- Deense zelfstandig-naamwoordsvorm met het voorvoegsel im-
Naar frequentie | 88347 |
---|
Zelfstandig naamwoord
immigranterne, mv
- bepaalde vorm nominatief meervoud van immigrant