ijstijd
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ijs·tijd
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van ijs en tijd
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ijstijd | ijstijden |
verkleinwoord | ijstijdje | ijstijdjes |
Zelfstandig naamwoord
ijstijd m
- (glaciologie) een tijdperk waarin de gemiddelde temperatuur lager dan normaal is en uitgestrekte gebieden onder ijs bedolven zijn
- De laatste ijstijd kwam zo'n twaalfduizend jaar geleden ten einde.
Gangbaarheid
- Het woord ijstijd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "ijstijd" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be