ijsplaat

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Ross ijsplaat Antarctica
Uitspraak
Woordafbreking
  • ijs·plaat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ijsplaat ijsplaten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de ijsplaatv / m

  1. grote drijvende ijsvlakten die vastzitten aan het land
    • De onderzoekers hebben met onderwatercamera's de zeebodem bij de afgebroken ijsmassa Larsen A-ijsplaat gefilmd, op twee verschillende momenten: in 2007 en 2011. [1] 
    • Op een zogeheten redplank, gezekerd met een lang touw, schoven twee brandweermannen stapje voor stapje over de ijsplaat richting het dier in nood. Het team waar de mannen toe behoren is gespecialiseerd in oppervlaktereddingen. [2] 
Synoniemen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen