ijsdikte

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

zelden is de ijsdikte op de Keizersgracht voldoende om op te kunnen lopen of schaatsen
Uitspraak
Woordafbreking
  • ijs·dik·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ijsdikte ijsdikten
ijsdiktes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de ijsdiktev

  1. de dikte van de ijsvloer waarop men wil schaatsen
    • Een nacht met lichte vorst en twee nachten met matige vorst moeten een ijsdikte opleveren van zo'n 4 tot 6 cm, genoeg voor de eerste wedstrijdbanen en ondiepe weilanden.[1] 
    • Volgens Randstedelingen zijn Friezen 'stug'omdat ze altijd in de plooi blijven, behalve in bijzondere gevallen. Friezen vinden Randstedelingen árrogant'omdat ze alles beter weten. Als het vriest zijn ze ineens expert op het gebied van ijsdikte, klúnen en Beerenburg, en nu willen ze ook al de sfeer bepalen op een Friese Sinterklaasintocht. Het enige verschil met 1985 is dat de clichébeelden nieuwe namen hebben gekregen: de Friezen heten 'bezorgde burgers'en de Randstad is verengd tot de çulturele elite'in Amsterdam.[2] 

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Tubantia Yildiz Celie 05-FEBRUARI-2017
  2. Volkskrant Greta Riemersma 25 november 2017
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be