ijsbal

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ijs·bal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ijsbal ijsballen
verkleinwoord ijsballetje ijsballetjes

Zelfstandig naamwoord

de ijsbalm

  1. zeer harde sneeuwbal
    • Het fenomeen deed zich bij eerdere winters ook al voor, maar zo overweldigend als nu was het niet eerder. De ijsballen ontstaan volgens lokale media doordat stukken ijs afbreken. De golven zorgen er vervolgens voor dat het kogelronde ijsballen worden.[2] 
    • In Schagen gaat de ijsbaan voortaan 's avonds dicht. Noodgedwongen, want een groep van zo'n vijftien verveelde pubers gooit met ijsballen. [3] 

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. ijsbal op website: Etymologiebank.nl
  2. de Telegraaf 09 jan. 2018
  3. de Telegraaf HESTER ZITVAST 18 dec. 2017
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be