ijlt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ijlt

Werkwoord

vervoeging van
ijlen

ijlt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ijlen
    • Jij ijlt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ijlen
    • Hij ijlt. 
  3. verouderde gebiedende wijs meervoud van ijlen
    • IJlt!