ijkpersoon

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ijk·per·soon
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ijkpersoon ijkpersonen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de ijkpersoonm

  1. (economie) profiel van het 'gemiddelde' lid van een (doel)groep
     Wie is de Happinez-lezeres? “We zijn niet bezig met een doelgroep,” zegt Hollander. “Een ijkpersoon? Een vrouw van 35 uit Zwolle? Dat is te simpel.[1]
     Wij hebben als ijkpersoon een 30-plusvrouw die Joyce heet en het liefst in een MINI rijdt.[2]
     Wie is die millennial, de allesomvattende en tegelijkertijd zo herkenbare ijkpersoon van ruim drie miljoen individuen? De millennial is ondernemend, besluitvaardig, ambitieus en milieubewust. Typje zzp’er met flexplek. De millennial is materialistisch, narcistisch, overmoedig en totaal niet stressbestendig. (Vandaar al die burn-outs natuurlijk.)[3]
  2. iemand die of iets dat op voorbeeldige wijze voldoet aan een bepaald rolpatroon, (een voorbeeldfunctie heeft)
     Het was Danny die Johan, de zoon van een hardwerkende groenteman uit Betondorp, omturnde tot een ijkpersoon voor de jeugd.[4]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron
    Niek Stolker
    “Te koop: hapklaar geluk” (24/07/2009), HP de Tijd
  2. Bronlink Weblink bron “Druifje in Slovenië” (01/10/2010), HP de Tijd
  3. Bronlink Weblink bron
    Geschreven door:Kevin van Vliet
    “Alle generatie-denkers zijn dom” (09/02/2016), HP de Tijd
  4. Bronlink Weblink bron “Danny de drammer” (05/08/2011), HP de Tijd