ignorante

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ig·no·ran·te

Bijvoeglijk naamwoord

ignorante

  1. verbogen vorm van de stellende trap van ignorant

Gangbaarheid

63 % van de Nederlanders;
62 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be


Spaans

  enkelvoud meervoud
mannelijk ignorante ignorantes
vrouwelijk ignorante ignorantes

Bijvoeglijk naamwoord

ignorante

  1. onkundig, onwetend, ignorant