iets omhanden hebben

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • iets om·han·den heb·ben
Woordherkomst en -opbouw

Frase

iets omhanden hebben

  1. een bezigheid hebben
    • Maar ik voelde al wel enige tijdsdruk, alsof van mij verwacht werd dat ik de consumptie even snel zou nuttigen als ze mij gebracht was. Die indruk werd versterkt doordat ik vanuit mijn ooghoeken zag dat de twee serveersters, onder wie de onze, niets omhanden hadden. [1] 

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. NRC Frits Abrahams 2 oktober 2017 ‘Alles naar genoegen?’