idiosyncratisch

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • idio·syn·cra·tisch
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen idiosyncratisch idiosyncratischer
verbogen idiosyncratische idiosyncratischere
partitief idiosyncratisch idiosyncratischers -

Bijvoeglijk naamwoord

idiosyncratisch

  1. van de aard van of als idiosyncrasie
  2. individueel, eigen

Gangbaarheid

51 % van de Nederlanders;
54 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be