idiomatisch

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • idio·ma·tisch
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen idiomatisch idiomatischer
verbogen idiomatische idiomatischere
partitief idiomatisch idiomatischers -

Bijvoeglijk naamwoord

idiomatisch [2]

  1. het idioom betreffend
    • Wij zoeken naar idiomatische uitdrukkingen. 
Vertalingen

Gangbaarheid

69 % van de Nederlanders;
70 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen


Duits

Bijvoeglijk naamwoord

idiomatisch

  1. idiomatisch