idiolect
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- idio·lect
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Grieks [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | idiolect | idiolecten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
idiolect o
- (taalkunde) het taalgebruik van één individu
Gangbaarheid
- Het woord idiolect staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "idiolect" herkend door:
30 % | van de Nederlanders; |
29 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ idiolect op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron
Rob van Scheers“Star Wars, E.T., Kuifje: De 20 beste 'space-uitingen' aller tijden” (21-12-2011), Tubantia - ↑
Weblink bron
René Zeeman“Dr. Cor van Bree: ieder mens spreekt zijn eigen dialect” (26-11-2013), Reformatorisch Dagblad - ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be