ideeëngoed

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • idee·en·goed
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ideeëngoed
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het ideeëngoedo

  1. de gedachten die iemand heeft
     Iemand als Kellendonk wist dat hij jong zou sterven. Hij heeft zijn maatregelen getroffen. Als hij tijd van leven en werken had gehad, zou hij denk ik niet zijn hele ideeëngoed in dat ene boek hebben samengebald.[1]
     De aanslagen in twee moskeeën in het Nieuw-Zeelandse Christchurch, waar een 28-jarige man met extreemrechts ideeëngoed in maart 2018 maar liefst 51 moslims doodschoot, zetten Balliet aan om iets soortgelijks te doen.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. “Tonio : een requiemroman” (2011), De Bezige Bij op Wikipedia, ISBN 9789023467014
  2. Bronlink geraadpleegd op 14 maart 2022 Weblink bron
    Caspar Naber
    “Verdachte van mislukt bloedbad in synagoge: ‘Ik wilde geen witten doodschieten’” (21-07-2020), Tubantia