idealist

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ide·a·list
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord idealist idealisten
verkleinwoord idealistje idealistjes

Zelfstandig naamwoord

de idealistm

  1. iemand die idealen nastreeft
    • Je bent een onverbeterlijke idealist dat je hier woorden zit in te vullen. 
  2. (filosofie) aanhanger van het idealisme
    • In die ruimte zaten allerlei idealisten. 
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be


Engels

Uitspraak
enkelvoud meervoud
idealist idealists

Zelfstandig naamwoord

idealist

  1. idealist m.