iconologie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ico·no·lo·gie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord iconologie -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de iconologiev

  1. leer van de zinnebeelden, achterliggende betekenis die traditioneel aan bepaalde afbeeldingen wordt toegekend
     Ten tweede trekt de gemiddelde alfastudie niet altijd de beste studenten aan. (…) Behandel daarom al op de middelbare school intellectueel uitdagende alfawetenschappelijke theorieën, zoals het generativisme in de taalkunde, de narratologie in de literatuurwetenschap of de iconologie in de (kunst)geschiedenis.[3]
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 6 december 2021 Weblink bron advertentie in:
    Adriaan Braakman
    Opregte Leydse Courant, nr. 47 (18 april 1698), Jacob Huysduynen, Leiden, p.2 onderaan op nrc.nl op Wikipedia
  3. Bronlink geraadpleegd op 6 december 2021 Weblink bron
    Rens Bod
    “Alfa omdat je niets anders kunt” (28 juni 2014) op nrc.nl op Wikipedia