ichtyosis
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ich·tyo·sis
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het modern Latijn, in de betekenis van ‘huidziekte met schubben’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
- afgeleid van het Griekse 'ichthus' (vis) met het achtervoegsel -osis [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ichtyosis | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de ichtyosis v
- (medisch) huidziekte met schubvorming
Gangbaarheid
- Het woord 'ichtyosis' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.