ibuprofenpil

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ibu·pro·fen·pil
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ibuprofenpil ibuprofenpillen
verkleinwoord ibuprofenpilletje ibuprofenpilletjes

Zelfstandig naamwoord

de ibuprofenpilv

  1. (farmacologie) tablet met de pijnstiller ibuprofen
     Als toetje nam ik twee ibuprofen-pillen om de pijn in mijn voeten te verdoven en ik kroop met vermoeide benen in mijn slaapzak.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia