hypotheekbedrag

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hy·po·theek·be·drag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hypotheekbedrag hypotheekbedragen
verkleinwoord hypotheekbedragje hypotheekbedragjes

Zelfstandig naamwoord

het hypotheekbedrago

  1. de hoogte van de hypotheekschuld
     Door het versneld aflossen, komt het hypotheekbedrag in meer verhouding tot de waarde van de woning. Daardoor neemt de kans op een restschuld bij verkoop af.[1]
     Gisteren werd bekend dat de hypotheekgarantie duurder wordt. Waar huizenbezitters nu nog 0,85 procent van het hypotheekbedrag betalen, wordt dat straks 1 procent. Tevens gaan banken meer risico lopen. Er komt voor banken een eigen risico van 10 procent per lening.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 17 november 2022 Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Aflossen hypotheek deels boetevrij” (Woensdag 2 oktober 2013, 15:56), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 17 november 2022 Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Restschuld ook mee onder NHG” (Donderdag 31 oktober 2013, 13:12), NOS