hypotheekbank

Uit WikiWoordenboek
1. Het hoofdkantoor van een hypotheekbank.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hy·po·theek·bank
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hypotheekbank hypotheekbanken
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de hypotheekbankv / m

  1. (financieel) (bedrijf) onderneming die geld uitleent met onroerend goed als onderpand voor de betaling van rente en aflossing
     Liever zou DNB meer gespecialiseerde banken zien: spaarbanken, hypotheekbanken, zakenbanken.[2]
     De hypotheekbank wil hem wegens betalingsachterstand uitzetten en het huis begin volgende maand bij executie veilen.[3]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 12 augustus 2021 Weblink bron
    Chris Hensen
    “DNB: banken moeten zich meer specialiseren” (19 juni 2015) op nrc.nl op Wikipedia
  3. Bronlink geraadpleegd op 12 augustus 2021 Weblink bron
    Raymond van den Boogaard
    “Een pand wordt kunstwerk uit protest” (21 augustus 2014) op nrc.nl op Wikipedia