huwelijksbootje
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hu·we·lijks·boot·je
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | - | - |
verkleinwoord | huwelijksbootje | huwelijksbootjes |
Zelfstandig naamwoord
huwelijksbootje o dim. tant.
- het gezamenlijke avontuur aangegaan bij het trouwen
- Soms komt het huwelijksbootje ook vervaarlijk aan het schommelen.
Uitdrukkingen en gezegden
- in het huwelijksbootje stappen
Vertalingen
in het huwelijksbootje stappen
|
Gangbaarheid
- Het woord huwelijksbootje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.