huursector

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • huur·sec·tor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord huursector huursectors
huursectoren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de huursectorm

  1. dat deel van de woningen dat men verhuurt
     Amsterdam heeft nieuwbouwprojecten, maar dat zijn vaak kleine studio's gericht op starters en studenten. Niet op gezinnen met kinderen. En binnen de sociale huursector komen er in Amsterdam maar weinig gezinswoningen vrij.[1]
     De roep om sloop en nieuwbouw in plaats van versterking wordt ook steeds luider. Vooral de huursector ziet dit wel zitten, blijkt uit een oproep van woningcorporaties. De huurdersverenigingen staan hier vierkant achter.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 17 november 2022 Weblink bron
    -
    “Met z'n zessen op een driekamerappartement” (Dinsdag 7 november 2017, 19:55), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 17 november 2022 Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Ruim 3000 huizen in 'kerngebied' niet aardbevingsbestendig” (Vrijdag 16 februari 2018, 13:44), NOS