Naar inhoud springen

huurschuld

Uit WikiWoordenboek
  • huur·schuld
enkelvoud meervoud
naamwoord huurschuld huurschulden
verkleinwoord

de huurschuldv / m

  1. geld dat men al had moeten betalen voor het huren van iets maar wat men nog niet gedaan heeft
     Uit het politieonderzoek kwam naar voren dat de man al een jaar zijn huur niet had betaald. De huurschuld was opgelopen tot 12.000 euro. De vrouw wist hier niets van en ook niet dat de woning die dag vanaf 09.00 uur kon worden ontruimd.[2]
     Met het geld dat de rapper en z'n vriendin via de meisjes binnenkregen, wilden ze een huurschuld aflossen.[3]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 20 december 2022 Weblink bron “Tien jaar voor wurgen vriendin” (Vrijdag 28 december 2012, 15:38), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 20 december 2022 Weblink bron “MF Juice 2 jaar in de bak voor ontucht” (Vrijdag 26 oktober 2012, 14:57), NOS