hurtle
Uiterlijk
enkelvoud | meervoud |
---|---|
hurtle | hurtles |
hurtle
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to hurtle |
he/she/it | hurtles |
verleden tijd | hurtled |
voltooid deelwoord |
hurtled |
onvoltooid deelwoord |
hurtling |
gebiedende wijs | hurtle |
hurtle
- onovergankelijk denderen
- onovergankelijk kletteren
- onovergankelijk rondvliegen, zich snel en veelal ongecontroleerd voortbewegen
- «The stone was hurtling through the air.»
- De steen vloog door de lucht.
- «The stone was hurtling through the air.»
- overgankelijk (hard) gooien, smijten
- overgankelijk, (figuurlijk) scherp bekritiseren
- [4] hurl [1]