hupst

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hupst

Bijvoeglijk naamwoord

hupst

  1. onverbogen vorm van de overtreffende trap van hups

Werkwoord

vervoeging van
hupsen

hupst

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hupsen
    • Jij hupst. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hupsen
    • Hij hupst. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van hupsen
    • Hupst!