hunda

Uit WikiWoordenboek

Faeröers

Uitspraak

Zelfstandig naamwoord

hunda

  1. genitief onbepaald mannelijk meervoud van hundur


IJslands

Uitspraak
Naar frequentie 4470

Zelfstandig naamwoord

hunda

  1. genitief onbepaald mannelijk meervoud van hundur

hunda

  1. accusatief onbepaald mannelijk meervoud van hundur


Oudnoords

Zelfstandig naamwoord

hunda

  1. genitief onbepaald mannelijk meervoud van hundr

hunda

  1. accusatief onbepaald mannelijk meervoud van hundr


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
hundir

hunda

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van hundir
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van hundir
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van hundir