huivering
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hui·ve·ring
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van huiveren met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | huivering | huiveringen |
verkleinwoord | huiveringetje | huiveringetjes |
Zelfstandig naamwoord
huivering v
- een rilling als gevolg van afschuw of koude
Synoniemen
Vertalingen
1.een rilling als gevolg van afschuw of koude
Gangbaarheid
- Het woord huivering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "huivering" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be